Richting in de Duitse literaire kritiek van de jaren 30-50, die de tekst als autonoom geheel benaderd wou zien, met uitsluiting van biografische of geesteshistorische gegevens. Belangrijke exponenten van deze beweging waren de tijdschriften Helicon (1939-43) en Trivium (1942-51), met o.m. T. Spoerri, E. Staiger, W. Kayser en G. Müller. Zie ook fenomenologische en morfologische (sien morfologie) literatuurstudie.