(Dts. Wildwestroman). Vorm van ontspanningsliteratuur of -film over de Amerikaanse pionierstijd, nl. de verovering en bezetting van het ‘Wilde Westen’ in de negentiende eeuw. Aanzet waren enkele verhalen van J.F. Cooper, die als eerste over de strijd van pioniers en indianen schreef. Het werd naar het einde van de negentiende eeuw toe een gestandaardiseerd genre met stereotiepe figuren in een stereotiep decor: de eenzame cowboyheld, de opstandige indianenhoofdman en de blanke bandiet, uitvoerig getekend tegen de klank- en kleurrijke achtergrond van paarden, saloons, vuurgevechten en wilde achtervolgingen. Bv. J.F. Cooper, The Last of the Mohicans (1826); Stephan Crane, The Bride Comes to Yellow Sky (1897); Karl May, Winnetou (1893).
Literatuur: W. Wright, Sixguns and Society. A structural study of the Western, 1975. D. Jones, The Dime Western Novel, 1978. J.R. Milton, The Novel of the American West, 1980. Th. D’haen, ‘Populaire genreconventies bij de postmodernen’ in Restant, 1987, pp. 109-122. Themanummer Bzzlletin, 1998, afl. 254.