Commedia dell’arte

Italiaans toneelgenre, verwant met de komedie en de pantomime, dat zijn bloeitijd kende tussen 1550 en 1700. Dit levendig en virtuoos toneel steunt op een minimum aan scenario en een maximum aan improvisatie. De (beroeps)spelers vertolken vaststaande typen, gemakkelijk herkenbaar aan hun kostuum en hun masker; bv. Dottore, de belachelijke pedant; Capitano, de blufferige militair; Pantalone, de oude man; Arlecchino (harlekijn), de lepe knecht; enz.

Het genre beïnvloedde sterk het Europese toneel (o.m. Molière) en kende epigonen (Gozzi, Goldoni …) tot in de achttiende eeuw. Bv. Goldoni, De knecht van twee meesters (1744-48).

Literatuur: R.L. Erenstein, De geschiedenis van de commedia dell’arte, 1985.1989.D.J. George & C.J. Gossip, Studies in the Commedia dell’Arte, 1993. Ph. Bossier, La commedia dell’arte nel secondo cinquecento (diss. K.U. Leuven), 1995. R. L. Erenstein, ‘Neue Wege der Forschung über Commedia dell’arte’ in Maske und Kothurn, 38, 1996, pp. 7-16. W. Theile, Commedia dell’arte: Geschichte, Theorie, Praxis, 1997. M.A. Katritzky, The Art of Commedia: a study in the commedia dell’arte 1560-1620, 2006.