Empirische literatuurwetenschap

Recente stroming binnen de literatuurstudie die literatuur als een sociaal handelingssysteem ‘objectief’ probeert te benaderen: literatuur wordt geschreven, uitgegeven, gelezen, gerecenseerd, enz. De empirische literatuurwetenschap is ontstaan als reactie op en poging tot oplossing van het grondprobleem van de hermeneutiek, t.w. hoe de geldigheid van interpretaties wetenschappelijk aan te tonen. Dit leidde tot een ontkoppeling van interpretatie en zgn. strikt wetenschappelijke studie van literatuur (bv. in het werk van S.J. Schmidt; zie systeem(theorie)). De onderzoeker tracht het literaire handelingssysteem van buitenaf te observeren zonder er (bv. als criticus) in te participeren. Het onderzoeksobject van de empirische literatuurwetenschap is dus niet de tekst op zich, maar de (wijze van) productie, distributie, receptie en verwerking van teksten. De gebruikte methodes worden vooral ontleend aan de psychologie en de sociale wetenschappen. Voor het onderzoek van lezersreacties bv. gebruikt men een instrumentarium van technieken gaande van protocoltechniek, luidop denken en interviews, semantische differentiaal met zevenpuntenschaal (C. Osgood) en associatie- en classificatietechnieken (bv. card sorting), tot bepaalde vormen van inhoudsanalyse (content analysis).

Vaak geopperde bezwaren tegen de empirische literatuurstudie zijn de zgn. trivialiteit van veel van haar onderzoeksresultaten (bevestiging van wat men al wist of geredelijk kon vermoeden) en haar reductionisme (kunstmatigheid van kader en opzet, en beperking tot lezersonderzoek in plaats van tekstonderzoek). Toch is duidelijk dat de empirische literatuurwetenschap door haar specifieke objectsbenadering en haar methodiek bij uitstek geschikt is om sociaal-culturele aspecten van het literaire systeem te exploreren. Op dat vlak levert zij een onvervangbare bijdrage aan de uitbouw van een meer wetenschappelijke en maatschappelijk relevante literatuurstudie.

Literatuur: S.J. Schmidt, Grundriss der empirischen Literaturwissenschaft, 2 vols., 1980-1982. A. van Assche, ‘Empirische literatuurstudie’ in Spiegel der letteren, 1990, pp. 1- 31. D. Schram & E. Andringa, Literatuur in functie. Empirische literatuurwetenschap in didactisch perspectief, 1990. A. Barsch e.a., Empirische Literaturwissenschaft – Diskussion, Erweiterung, Innovation, themanummer SPIEL, 1993. E. Ibsch, ‘Die empirische Literaturwissenschaft: ihre Haltung zum Verstehens- und Vermittlungsauftrag der Hermeneutik’ in Weimarer Beiträge, 1995, pp. 218-235.