Ballet

Danstheater bestaande uit gestileerde dansfiguren, choreografie, mime, meestal met muzikale begeleiding, decors en kostuums. Al dan niet rondom een vaste thematische lijn kan een dramatisch verhaal zijn opgezet, maar het kan ook gaan om een zuiver abstracte voorstelling of visuele interpretatie van muziek.

Het ballet ontstond in Italië tijdens de renaissance aan de vele prinselijke hoven. Het eerste traktaat De arte saltandi et choreas ducendi (Lat. chorea = dans) dateert uit het begin van de vijftiende eeuw. Professionele dansers – balli of balletti – maakten de dans van een tijdverdrijf tot een vorm van kunst. Aanvankelijk waren de dansen slechts interludes* bij diverse vormen van drama en opera. De dansers droegen maskers en schoenen met hielen. In de loop van de zestiende eeuw wordt het ballet geïntroduceerd in Frankrijk. Ook hier fungeert het als kunstvorm aan de verschillende hoven, waar het de maskerades vervangt. Erg bekend is bv. het Ballet Comique de la Royne (1581). In die periode zijn de genres nog niet strikt gescheiden. Men spreekt van ballet comique, maar ook van comédie-ballet. Een voorbeeld hiervan is Molières Le bourgeois gentilhomme. Pas tijdens de achttiende eeuw komt het ballet los van de opera. Men spreekt van ballet d’action omdat de handeling en beweging belangrijker worden ten opzichte van de muziek. Noverre schrijft in Lettres sur la danse et les ballets (1760) de basisbeginselen van de dans neer. In de romantiek wordt de techniek verder verfijnd. Men introduceert dan o.m. de terre à terre, de ballonée en de pointe (op de tippen van de schoen staan). De maskers en de schoenen met hielen zijn intussen verdwenen. In de loop van de negentiende eeuw wordt Rusland een toonaangevend balletland. Belangrijke creaties zijn er o.m. De schone slaapster en Het zwanenmeer op muziek van Tsjaikovski en De vuurvogel op muziek van Stravinski. Grote centra op het gebied van het ballet zijn nu Londen, Parijs, Kopenhagen. Rusland (Leningrad, Moskou) blijft zijn stempel drukken op het klassieke ballet, terwijl de Verenigde Staten (New York) een voorname rol spelen op het gebied van de moderne dans, die soms dichter aansluit bij de musical. Het Vlaamse danstheater kent overigens tegenwoordig als kunstvorm een opmerkelijk succes (Anne Teresa De Keersmaeker, Wim Van de Keybus).

Literatuur: The Oxford Companion to the Theatre, 19673, pp. 68-77. D. Launey, ‘Les airs italiens et français dans les ballets et comédies-ballets’ in J. de La Gorce & H. Schneider (red.), Jean-Baptiste Lully, 1990, pp. 31-49. La littérature et la danse, themanummer Littérature, 1999. A. Carter, Dance and dancers in the Victorian and Eduardian music hall ballet, 2005. C. Mazouer, Molière et ses comédies-ballets, 20062.