(Gr. biblion = boek; thèkè = bewaarplaats). 1. Geordende collectie van schriftelijke documenten, meestal ter beschikking gesteld van een bepaald publiek voor lectuur, studie, onderzoek. Het bibliotheekwezen is om zijn belang voor de verspreiding van literatuur uitgegroeid tot een van de belangrijkste literaire instituties.
De verzameling van schriftelijke documenten wordt in onze technologische eeuw uitgebreid met audio-visuele en digitale documenten (mediatheek en/of videotheek). Ook specifieke documenten zoals munten, kaarten en prenten of muziekpartituren kunnen ondergebracht worden in aparte afdelingen (muntenkabinet of prentenkabinet). Oorspronkelijk duidde bibliotheek enkel op het gebouw of de ruimte waar de collectie bewaard werd. Vandaag spreekt men ook van de ‘virtuele bibliotheek’, de ‘library without walls’, waarmee men te kennen wil geven dat de bibliotheek niet langer beperkt is tot de collectie ter plaatse, maar dat zij via internet, databanken, e-journals, enz. tevens toegang geeft tot allerlei wereldwijd verspreide informatie.
Op basis van de collectie en de gebruiker onderscheidt men verschillende soorten bibliotheken.
– De nationale bibliotheek heeft als specifieke functie de eigen nationale productie (boeken en tijdschriften) te verzamelen evenals alle publicaties over het eigen land en volk die in het buitenland verschijnen. Dit gebeurt grotendeels via het wettelijk* depot. Meestal is de nationale bibliotheek ook verantwoordelijk voor het opstellen van de nationale bibliografie. Belangrijke nationale bibliotheken zijn de British Library (1753) in London en de Library of Congress (1800) in Washington.
– Wetenschappelijke bibliotheken hebben de bedoeling een verantwoorde collectie uit te bouwen voor het hele gebied der wetenschappen of voor een specifiek vakgebied. Universiteitsbibliotheken zijn meestal allesomvattend, maar de collecties kunnen verspreid zijn over verschillende faculteits-, departements- of seminariebibliotheken. De collectie staat in dienst van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs.
– Openbare bibliotheken vervullen op de eerste plaats een maatschappelijke rol: cultuurspreiding en -bevordering. Ze beogen geen wetenschappelijke informatie, maar een keuze uit fictie en non-fictie die een gevarieerd publiek kan aanspreken van gevormde en minder gevormde lezers op zoek naar ontspanning of naar verteerbare informatie over een specifiek onderwerp. De aanwezigheid van referentiewerken (encyclopedieën, naslagwerken, tijdschriften) en de ruime toegang tot het internet kunnen de openbare bibliotheek tot een interessant documentatie- en informatiecentrum maken. De overheid kan de spreiding van openbare bibliotheken en de uitbouw van de collecties reglementeren (bv. bibliotheekdecreet). Openbare bibliotheken hebben geen bewaarfunctie; o.m. vanwege plaatsgebrek kunnen oudere werken afgevoerd worden.
– Bepaalde centra (bv. museum, ziekenhuis (bibliotherapie), school) kunnen een eigen gespecialiseerde bibliotheek uitbouwen met een specifiek publiek voor ogen.
– Voorlichtingsbibliotheken zijn gespecialiseerde bibliotheken die de cultuur van hun eigen land in het buitenland verspreiden. Goethe-Instituten vervullen deze functie voor Duitsland en American Cultural Centers voor de Verenigde Staten.
– Particuliere bibliotheken zijn collecties die door verzamelaars aangelegd worden, vaak met een eigen accent (zeldzame boeken, boeken van en over een bepaald auteur of onderwerp). Sommige collectioneurs drukken een eigen stempel op het boek in de vorm van een ex libris. Zie ook bibliofilie.
2. Serie boeken voor een bepaald publiek. Een bekend voorbeeld is de ‘Bibliothèque des Chemins de fer’, in de negentiende eeuw opgestart door Louis Hachette ter ontspanning van de treinreizigers.
3. Bibliotheek als verzameling van boeken en kennis is een belangrijk motief in de postmoderne literatuur, waarin intertekstualiteit centraal staat, zo bv. bij auteurs als Borges (De bibliotheek van Babel, 1949) en Eco (De naam van de roos, 1980). De term is dan verwant met encyclopedie* (zie
ook boek).
Literatuur: P.S.A. Groot, Documentaire dienstverlening, 1981. M. Kellens, ‘Openbare bibliotheken’ in R. Dillemans & A. Schramme (red.), Wegwijs Cultuur, 2005, pp. 236-238. U. Eco, De bibliotheek, 1988. M.H. Harris, History of libraries in the Western World, 1995. D. Brown, The Impact of Electronic Publishing: the future for libraries and publishers, 2006.