(Gr. boek-genezing). Verzamelnaam voor allerlei vormen van creatieve therapie waarbij teksten een rol spelen bij de behandeling van psychische en psychosomatische klachten. Bibliotherapie is o.m. verwant met dramatische therapie, muziektherapie, bewegings- en danstherapie. Het is de bedoeling om via ‘taal’ de weg naar het herstel te bevorderen en de scheppende mogelijkheden van de mens vrij te maken. Dit kan leiden tot een (her)ontdekking van de eigen persoonlijkheid en tot een betere zelfrealisatie. Het verbale karakter staat steeds centraal. Via taal leert de mens (opnieuw) situaties beschrijven, gevoelens en ervaringen in woorden vatten. Het boek of de tekst kan reeds zinvol functioneren doordat de patiënt een gespreksonderwerp krijgt, iets waarover hij met anderen kan praten. Aanvankelijk zal het gaan over de personages uit het boek, maar gaandeweg kan de therapeut de tekst laten functioneren als spiegel van de ziel. Teksten kunnen patiënten bewust maken van gevoelens, gedachten, wensen en herinneringen die verdrongen werden. Ziekenhuisbibliotheken kunnen een belangrijke rol vervullen door de begeleiding van patiënten met aangepaste lectuur.
Poëzietherapie is een meer specifieke term die verwijst naar het werken met poëzie, maar die ook duidt op een meer productieve aanpak. Het schrijven van teksten vormt dan een belangrijk onderdeel van de therapie.
Het werken met teksten in een genezingsproces is een oude techniek. Denk aan de magische vorm van de boekoplegging, rituele teksten, de catharsisgedachte (kyk catharsis ) of genres als troostbrieven en -gedichten. Ook aan de autobiografie kende men vaak een therapeutische functie toe. De bibliotherapie ontstond in de negentiende eeuw toen artsen als Pinel (Frankrijk), Tuke (Engeland) en Reil (Duitsland) op zoek waren naar een vermenselijking van de psychiatrische praktijk. In het begin van de twintigste eeuw leverden de Amerikaan W.H. Rivers en de Rus V.I. Ilhine baanbrekend werk. In Duitsland vormt het Fritz Perlsinstituut met zijn opleiding tot bibliotherapeut de draaischijf van het onderzoek. A. Lerner heeft er de bibliotherapie zowel theoretisch als praktisch verder uitgediept.
Literatuur: J.E. Bernstein, Books to Help Children Cope with Separation and Loss, 1977. J.J. Leedy, Poetry as Healer. Mending the troubled mind, 1985. H. Petzold & I. Orth (red.), Poesie und Therapie: über die Heilkraft der Sprache. Poesietherapie, Bibliotherapie, Literarische Werkstatten, 1985. S. Jennings e.a., The Handbook of Dramatherapy, 1994. M.-A. Quakniu, Bibliothérapie. Lire c’est guérir, 1994.