Cavalier poets

(Eng. cavalier = ridder, ruiter; aanhanger van Charles I). Groep van Engelse lyrische dichters in de periode 1625-1650, met o.m. R. Lovelace, J. Suckling en Th. Carew. De Cavalier poets waren koningsgezinde aristocraten. Ze waren allen min of meer volgelingen van Ben Jonson (‘Sons of Ben’, ‘the Tribe of Ben’), die in classicistische zin reageerde tegen maniërisme en petrarkisme. Hun liefdespoëzie is technisch verfijnd, galant, beheerst, vaak geestig en satirisch. Ze onderscheidt zich daardoor van het toenmalige poëtische alternatief, de meer onconventionele en op verrassing gerichte poëziestijl van de Metaphysical poets*.

 

Literatuur: R. Skelton, The Cavalier Poets, 1970.