Cisiojaan

Mnemotechnisch kalendergedicht, in de late middeleeuwen ontstaan en tot ca. 1600 veelvuldig gepleegd bij wijze van virtuoos kunststuk. Elke maand krijgt evenveel lettergrepen toegewezen als ze dagen telt, en de belangrijke feesten kan men uit de overeenkomstige syllaben ‘aflezen’. Zo telt het volgende vers over de maand februari in een handschrift van Librecht Schaloun (1578) precies 28 lettergrepen; de feesten van Lichtmis, Blasius, Agatha, Scholastica, Valentinus, Stoel van Petrus en Mathias, op resp. 2, 3, 5, 10, 22 en 24 februari, vallen op de overeenkomstige lettergreep:

            Dat licht blaest wt,

            Aeght gaet leeren, die school ontluijt.

            Segt Valentijn dat hij breng wijn.

            Sidt Peter, Thys sal droncken syn.

De naam cisiojanus verwijst zelf naar het eerste feest van het jaar, op 1 januari (cisio, uit circumcisio = besnijdenis; Janus = januari). Er zijn tientallen cisiojanen, in het Latijn en in de volkstaal, anoniem of van een bekend auteur (Oswald von Wolkenstein, Melanchthon).

 

Literatuur: P. Leendertz, ‘De cisiojanus’ in Het Boek, 1930, pp. 257-266. H. Tervooren, ‘Drei niederländische Cisiojani’ in V. Honemann e.a. (red.), Sprache und Literatur des Mittelalters in den Nideren Landen, 1999, pp. 291-308.