Cultboek

Aanduiding van een literair werk dat door een bepaalde groep mensen sterk gewaardeerd, c.q. gecultiveerd wordt omdat het op een bijzondere en unieke wijze het levensaanvoelen of de esthetische bekommernissen van deze mensen verwoordt. In enge zin gaat het om een contemporain werk dat bij zijn verschijnen slechts door een beperkte groep, een inner circle, gekend is en waarmee gedweept wordt, maar het kan ook gaan om een vroeger werk dat omwille van een opmerkelijke verwantschap herontdekt wordt, en als een visionaire voorloper of een sentimentele herinnering buitensporig vereerd wordt. Voor veel adolescenten is Salingers The Catcher in the Rye (1951) nog steeds een cultboek. In tegenstelling tot deze vrij elitaire invulling van het begrip, die vooral opduikt in de Angelsaksische literatuurstudie, beschouwt U. Eco cultboek niet als een apart of provocerend boek, maar eerder als een bestseller. Hij is ervan overtuigd dat vooral de populaire roman over de nodige kwaliteiten beschikt om een cultroman te worden, d.w.z. een boek dat mensen beroert: iedereen spreekt erover ook al heeft men het niet gelezen.
Gemeenschappelijk in beide visies is het feit dat een cultboek de collectieve verbeelding prikkelt en generatiebewust is, d.w.z. gebonden aan tijd en ruimte, en aan een groep. Wanneer de bijzondere band tussen boek, subgroep en maatschappij verandert, verliest het werk zijn status van cultboek. De cultlezer is bij voorkeur jong, emotioneel en sterk beïnvloedbaar. Via identificatie affirmeert hij zijn zoekende identiteit. Bekende voorbeelden van cultboeken zijn De profundis (1905) van Oscar Wilde, L’érotisme (1957) van Georges Bataille en On the Road (1957) van Jack Kerouac.
Literatuur: J. Salzberg, Critical Essays on Salinger’s “The Catcher in the Rye”, 1993. E. Hertog (red.), De cultroman, 1995 (ALW-cahier 16). C. Bloom, Cult Fiction. Popular fiction and pulp theory, 1996.