Dénouement

(Fr. ontknoping). Benaming voor de manier waarop, of het tekstgedeelte waarin, het handelingsverloop van een tragedie, komedie, ook roman, enz. vanaf de centrale crisis verder ontwikkeld (‘afgewikkeld’) wordt naar het einde toe. De verhaallijnen die worden verknoopt in de uitbouw van het conflict, wat tot een spanningspiek leidt in de crisis, worden geleidelijk weer ‘ontknoopt’. Deze neergaande beweging kent natuurlijk geen rechtlijnig verloop: nieuwe ontwikkelingen en spanningsmomenten kunnen de ontknoping van het verhaal nog sterk compliceren. Daarom gebruikt men de term soms in wat engere zin, nl. om alleen de allerlaatste fase van het verhaal aan te geven, waarin, al dan niet in overeenstemming met de verwachtingen van kijker of lezer, het ‘laatste woord’ gezegd wordt over de ware toedracht der gebeurtenissen, over de feitelijke karakters der personages, over hun uiteindelijk lot, enz.
Literatuur: C. Piau-Gillot, Le dénouement romanesque du XIIe au XVIIIe siècle, 1995.