Diatribe

(Gr. doorheen de tijd slijten, tijdverdrijf). Literair genre uit de oudheid. Aanvankelijk volkse, satirische redevoeringen van reizende filosofen en redenaars tegen de zedeloosheid. Later (eind vierde eeuw v.C.) ook schriftelijke moraliserende sermoenen die in dialoogvorm een antwoord gaven op de bezwaren van de zogenaamde toehoorders. Beroemde navolgers in de oudheid waren Seneca (Epistulae) en Horatius (Sermones). Nu wordt de term vooral gebruikt in de betekenis van een heftige aanval op een bepaald persoon of tegen een bepaalde zaak. Men kan de diatribe dan omschrijven als een in uitermate scherpe bewoordingen gesteld