Didactische literatuur

(Gr. didaskein = onderwijzen). Verzamelnaam voor alle literatuur met lerende bedoeling. Men onderscheidt episch-didactische (fabel, parabel, conte philosophique …), lyrisch-didactische (epigram, satire …) en dramatisch-didactische literatuur (moraliteit, spel van sinne …). Zij is typisch voor cultuurperiodes waarin wetenschap nog niet zelfstandig is, en daarom vaak in kunstige vorm wordt meegedeeld. Didactische literatuur, en meer bepaald didactische poëzie (leerdicht), behoort dan ook tot de vroegste vormen van literatuur en werd vaak als vierde genre beschouwd naast epiek, lyriek en dramatiek (zie genreoverzichten in het zoekapparaat). Bv. Hesiodus, Werken en dagen (ca. 700 v.C.), Lucretius, De Rerum Natura (eerste eeuw v.C.). De middeleeuwen, gekenmerkt door een theocentrische geest en groeiende belangstelling voor de wetenschappen, vormden een gunstige voedingsbodem voor moralisering en onderricht. In de Nederlanden was Jacob van Maerlant de vader van een didactische literatuur die in de veertiende eeuw een belangrijke plaats zou innemen in onze letterkunde. Bv. J. van Maerlant, Der Naturen Bloeme (eind dertiende eeuw), J. van Boendale, Der Leken Spieghel (1325-1330). De renaissance biedt didactische poëzie in de vorm van leerdichten (bv. J. Cats’ Houwelijck, 1625) en emblemata-poëzie. (Kyk EMBLEMATIEK.) De verlichting is de laatste periode waarin nog bewust literair-didactische werken worden geschreven (bv. Bilderdijk). In de jeugdliteratuur handhaaft het didactische boek zich veel langer.
Het antwoord op de vraag of didactische werken tot de literatuur behoren, hangt voornamelijk af van het standpunt dat men inneemt tegenover de vraag of literatuur al dan niet een utiliteitswaarde mag hebben (zie L’art pour l’art). Op te merken valt dat talloze erkende meesterwerken uit de wereldliteratuur didactisch van opzet waren en dat heden ten dage het grotere prestige van het non-fictionboek wijst op een vervaging van de grens tussen literatuur en kennisoverdracht.
Literatuur:Ch. Siegrist, Das Lehrgedicht der Aufklärung, 1974. H.G. Rötzer & H. Walz (red.) Europäische Lehrdichtung, 1982. L. Lerner, The Frontiers of Literature, 1988, pp. 12-89 en 141-188. P. Toohey, Epic Lessons. An introduction to ancient didactic poetry, 1996.