(Eng. interlace). Verteltechniek waarbij verschillende verhaaldraden afwisselend gevolgd worden (in tegenstelling tot een lineaire verteltechniek). De structuur van een tekst waarin de techniek van het entrelacement wordt gebruikt (bv. de prozacyclus in de arthurepiek), is vergelijkbaar met een wandtapijt, waarin de verschillende draden afwisselend aan de oppervlakte komen, maar onder de oppervlakte wel doorlopen. Met deze techniek kan in een complexe en omvangrijke tekst de suggestie van gelijktijdigheid gewekt worden.
Literatuur: A. Micha, Essais sur le cycle du Lancelot-Graal, 1987, pp. 94-107. F. Brandsma, Lanceloet. De Middelnederlandse vertaling van de ‘Lancelot en prose’ overgeleverd in de Lancelotcompilatie, 1992, pp. 6-15. Id., ‘Gathering the Narrative Threads: the function of court scenes in the narrative technique of interlace and in the insertion of new romances in the Lancelot compilation’ in Queeste, 2000, pp. 1-18.