(Fr. s’ébattre = zich amuseren, stoeien). Benaming van een 70-tal kluchtige toneelspelen van de Rederijkers in de zestiende eeuw. Aanvankelijk gold de naam voor alle dramatische werken (vaak gelegenheidsstukken) die een ontspannende functie hadden, dit in tegenstelling tot het spel van sinne met zijn belerende bedoeling. Esbattementen in de meer specifieke betekenis waren ontspannende toneelstukken die karikaturaal een aantal types (sien Type) (bedelaars, vrekken, ex-monniken, bedelbroeders, e.d.) samenbrachten rondom enkele stereotiepe thema’s (geldkwesties, huwelijk, enz.). Het geheel werd gelardeerd met volkse grollen en elementaire motieven als scheld- en kijfpartijen, eet- en drinkgelagen, enz. Thematisch en formeel verwant met cluten kluchten ( sien Klucht) en sotternieën, (sien Sotternie-nl) onderscheiden ze zich door een hogere graad van artistieke beheersing, een complexere intrige en een uitgesproken hekelende bedoeling.
Literatuur: W. Waterschoot (inleiding en tekstuitgave), Het esbatement van den appelboom, 1979. W.N.M. Hüsken, Noyt meerder vreucht. Compositie en structuur van het komische toneel in de Nederlanden voor de Renaissance, 1987.