Algemeen: levensbeschouwing waarin het esthetische, het schone een overwegende plaats inneemt. In een concretere zin heeft de term betrekking op de relatie tussen kunstwerk en realiteit. Het estheticisme benadrukt, in reactie op realisme en naturalisme en ook op de neiging tot moraliserende interpretatie, de autonomie van het kunstwerk: het kunstwerk schept zijn eigen, volwaardige realiteit los van de werkelijkheid buiten het kunstwerk en zonder rekening te houden met de gangbare moraal of met mogelijke didactische doelstellingen. Deze denktrant leidde reeds in de negentiende eeuw tot de autonomistische L’ART POUR L’ART opvatting en, op zijn scherpst, tot de typische fin de siècle formulering van Oscar Wilde dat het leven de kunst nabootst en niet omgekeerd: ‘life imitates art’.
Literatuur: R.V. Johnson, Aestheticism, 1969 (The Critical Idiom). Estheticisme, themanummer Forum der letteren, 1982.