(Eng. porte-manteauwoord uit fiction en fact). Op feiten berustende documentaire voorstelling van gegevens. De term wordt meestal gebruikt in contrast met fictie. Terwijl fictie een subjectieve wereld creëert die steeds een min of meer vertekende voorstelling brengt van de werkelijkheid, streven de beoefenaars van faction naar een objectieve weergave van de feiten op basis van verslagen en documenten. Toch houdt ook faction meestal een moment in van keuze en van stellingname tegenover bepaalde situaties en levensomstandigheden in de hedendaagse samenleving (bv. G. Wallraff, Ganz unten, 1985).
De term werd voor het eerst gebruikt i.v.m. de AmerikaanseLiteratuur: van de jaren 60 en blijft in die context verbonden met namen als T. Capote (In Cold Blood, 1966) en N. Mailer (Armies of the Night, 1968), die schreven met het ideaal van de oorlogsverslaggever voor ogen (New Journalism). Een populaire vorm van faction is de narratieve historiografie/biografie, waarin men op basis van documenten (brieven, notariële akten, rekeningen) probeert het verleden te reconstrueren. Bv. E. Le Roy Ladurie, Montaillou, village occitan de 1294 à 1324 (1975); B. Raskin, De eeuw van de ekster (1994).
Literatuur: R. Weber, The Literature of Fact, 1980. J. Hellmann, Fables of Fact. The new journalism as new fiction, 1981.L.O. Sauerberg, Fact into Fiction. Documentary realism in the contemporary novel, 1991.