Multimediaal genre, dat net als het stripverhaal (sien Strip en Verhaal) bijna automatisch gecatalogeerd wordt als een vorm van triviaalliteratuur. Het medium wordt zo echter verkeerdelijk vereenzelvigd met één enkele van zijn verschijningsvormen, namelijk de sentimentele fotoroman die na WO II in vele damesbladen een zekere plaats verworven heeft. De povere uitwerking van zowel scenario als fotografie, het repetitieve karakter en de reactionaire ideologie die in de meeste verhalen wordt uitgedragen, hebben het genre een kwalijke artistieke reputatie bezorgd. Vandaag is de functie van dit typeLiteratuur: voor een groot deel overgenomen door de soaps (sien Soap, soap opera).
De massale verspreiding van de pulpfotoroman mag echter andere vormen van fotoliteratuur niet uit het oog doen verliezen. Aan de ene kant zijn immers een aantal auteurs begonnen met het vernieuwen van het genre van binnen uit. In hun dikwijls tekstloze fotoromans gebruiken ze een complex literair scenario en streven ze naar een optimaal gebruik van de mogelijkheden van fotografie en montage (bv. B. Peeters, Droits de regards, 1985 en M.F. Plissart, Aujourd’hui, 1993). Aan de andere kant neemt ook de fotografie zelf langzaam afstand van het ideaal van de ‘unieke’ en ‘ongekunstelde’ opname, zodat er ruimte vrijkomt voor het werken met geënsceneerde fotosequenties. Belangrijke namen hierbij zijn o.m. Walker Evans (Let Us Now Praise Famous Men, 1941, in samenwerking met James Agee), Ed van der Elsken (Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain des Prés, 1954), Robert Frank (The Americans, 1957) en, voor een meer recente periode, Duane Michals, John Berger & Jean Mohr en Raymond Depardon. Zie ook cineroman*.
Literatuur: J. Baetens, Du roman-photo, 1993. Photo Narrative, themanummer History of Photography, 1995. J. Baetens & A. Gonzalez (red.), Le roman-photo, 1996. S. Giet, Nous Deux, 1997. J. Baetens (red.), The Graphic Novel, 2001.