Verzamelnaam voor een groep Franstalige critici uit de jaren 50 en 60 van de twintigste eeuw, ook bekend onder de naam ‘critiques de la conscience’. De groep bestaat uit Georges Poulet, Marcel Raymond, Albert Béguin, Jean Rousset en Jean Starobinsky. Ze voelen zich verwant met de kritiek van de Nouvelle Revue Française en het werk van Jacques Rivière en Charles Du Bos. Gemeenschappelijk is hun subjectieve benadering van het literaire werk. In tegenstelling tot de Russische formalisten (sien RUSSIESE FORMALISME), de New Critics (sien New Criticism) en de Franse structuralisten (sien Structuur, structuralisme) zoeken ze geen objectieve kennis, maar willen ze in een persoonlijke Metatekst het literaire werk aanvullen, vervolledigen, doorgronden. Kritiek wordt dan een ontmoeting tussen twee subjecten: het subjectief principe inherent aan het werk, en het ik van de lezer. Het kunstwerk is uitdrukking van de menselijke existentie en de critici gaan dan ook op zoek naar “la conscience inhérente à l’oeuvre”. Ze volgen hierbij een intuïtief beschrijvende hermeneutiek en het literaire werk wordt steeds terug in de context van het totale oeuvre (dagboeken, brieven) van de auteur geplaatst. Die benaderingswijze vertoont verwantschap met de ‘rêveries’ van Gaston Bachelard. J. Hillis Miller introduceerde de ‘Geneva School’ in de VS. Vooral via het werk van G. Poulet kwam er in de Amerikaanse kritiek een opening naar het continentale denken (Heidegger, Husserl, Sartre), wat mee aan de basis ligt van poststructuralisme en deconstructie.
Literatuur: J. Hillis Miller, ‘The Geneva School’ in Critical Quarterly, 1966, pp. 305-331. G. Poulet, La conscience critique, 1971. New Critical Practices. 1: Bachelard, the Geneva school, thematic, socio- and psychocriticism (reeks L’esprit créateur, 14), 1974, pp. 193-288.