Getijdenboek

(Fr. livre d’heures; Dts. Stundenbuch). Gebedenboek dat in tegenstelling tot het brevier geen liturgische functie heeft. Het getijdenboek was bestemd voor leken, maar ook voor religieuzen die niet in een gemeenschap leefden. Het bevat een kalender, de evangelieperikopen, de getijden van Onze-Lieve-Vrouw, Passie en Heilige Geest, de boetepsalmen, de dodenvigilie, diverse litanieën en gebeden. Tussen de dertiende en de zestiende eeuw ontstonden prachtig verluchte getijdenboeken. Het getijdenboek is in de volkstaal opgesteld. In de Nederlanden was vooral de vertaling van Geert Groote (1340-1384) populair. Heel bekend is het getijdenboek uit de collectie van de hertog van Berry (Très Riches Heures du duc de Berry, ca. 1416, geïllustreerd door de gebroeders van Limburg).

Literatuur: G. Hoogewerff, Enkele verluchte getijdenboeken tussen 1375 en 1425 in de Nederlanden ontstaan, 1963. F. Unterkercher, Das Stundenbuch des Mittelalters, 1985.