Humoreske

1. Berijmde komische vertelling uit de achttiende eeuw.

2. Bij uitbreiding toepasselijk op elk kort prozaverhaal, verteld in een mild humoristische toon (t.o. de grovere burleske of grimmige satire). Bv. G. Bomans, Kopstukken (1947); G. Durnez, Mijn leven onder de Belgen (1970). Zie ook cursiefje).