Hyperbool

(Gr. hyper-ballein = werpen over, overtreffen). Sterke overdrijving in de uitdrukking, vaak met komische of ironische intentie, die de kracht van het gezegde wil verhogen. In tegenstelling tot litotes wordt emfase bereikt zonder negatie in de formulering. In de retoriek was de hyperbool bedoeld om op pathetische wijze het publiek voor zijn mening te winnen; in de poëzie om met sterke gevoelsaandrang bepaalde voorstellingen aanschouwelijk te maken. De kracht van deze figuur kan afslijten (clichévorming) door veelvuldig gebruik in de omgangstaal; het cliché kan op zijn beurt met ironische bedoeling aangewend worden. Bv. ijzersterk; ontzettend mooi; ze lopen sneller dan de wind.