Kabuki

(Jap. Ka = zang; bu = dans; ki = personage). Populaire Japanse toneelvorm. Oorspronkelijk ging het om een met muziek begeleide dans van vrouwen, waaraan later meer personages gingen deelnemen. Het ‘zedeloze’ gedrag van de danseressen leidde tot officiële verbodsbepalingen, zodat de vrouwenrollen tot op heden door mannen vertolkt worden. Het genre groeide uit tot volwaardig toneel en oogstte de grootste successen in de tweede helft van de achttiende eeuw met de stukken die Chikamatsu Monzaemon, de Japanse Shakespeare, enkele decennia vroeger had geschreven voor het marionettentheater (zie bunraku). De verwantschap met de dans en met het marionettentheater blijft merkbaar in kabuki. Enerzijds is er een uitgebreide muzikale bezetting en komen er talrijke dansen en gestileerde passages in voor, anderzijds streeft kabuki niet naar een realistische weergave van de werkelijkheid. Een uitbundige kostumering, fantastische grime, onnatuurlijke bewegingen en een traag handelingsverloop houden het spel op een duidelijke afstand van de realiteit. Het kabukitheater lijkt soms op een opera, soms op ballet, soms zelfs op een ritueel, al blijft het eenvoudiger en volkser dan het no-spel (sien No).

Literatuur; N. Jonker, ‘Kabuki, het populaire theater in Japan’ in Forum der letteren, 1972, nr. 4, pp. 49-69. E. Ernst, The Kabuki Theatre, 1974. J. Brandon & W. Malin e.a., Studies in Kabuki: its acting, music and historical  context, 1987. M. Mori, ‘Noh, Kabuki and Western Theatre’ in Theatre Research International, 1997, pp. 14-21. S.L. Leiter, New Kabuki Encyclopedia, 1997.