(syn. raamvertelling; Dts. Rahmenerzählung; Eng. frame story; Fr. récit-cadre). Verhaal dat als een omlijsting een of meerdere andere verhalen omsluit of althans inleidt. Wordt slechts één verhaal omvat, dan noemt men dit laatste het eigenlijke verhaal of binnenverhaal. Door zijn verhaal via een kader aan de lezer te presenteren, kan de auteur diverse effecten beogen: het creëren van een bijkomend perspectief op de vertelde gebeurtenissen, distantiëring dan wel emotieve betrokkenheid van een ik-verteller, authenticiteitsaanspraak (bv. via een gevonden manuscript of van een ware getuige), enz. Het kaderverhaal kan functioneren als louter introductietopos (open kader) of als echte omsluiting (het kader wordt aan het einde gesloten), maar het kan ook in de loop van de binnenhandeling van tijd tot tijd opduiken in de vorm van zgn. kaderfragmenten, met de bedoeling de lezer aan het verhaalkarakter van de geschiedenis te herinneren.
Meestal reserveert men de synonieme benaming raamvertelling voor cyclische kaderverhalen, d.w.z. dat een reeks binnenverhalen door een kaderverhaal omsloten worden. Die binnenverhalen kunnen worden verteld door eenzelfde personage (type Vertellingen van Duizend-en-een-nacht) of door een groep personen die achtereenvolgens aan het woord komen (type Il Decamerone, ca. 1350, van Boccaccio). Ook hier is het kaderverhaal soms niet meer dan een aanleiding of voorwendsel voor de binnenverhalen; maar in andere gevallen, zoals in Chaucers The Canterbury Tales (einde veertiende eeuw), groeien binnenverhalen en raamvertelling uit tot een organische eenheid.
Als concept is het kaderverhaal slechts een, zij het opmerkelijke, manifestatie van een dieper liggend vertelprincipe, nl. dat verhaalbetekenis opgebouwd kan zijn door additie of juxtapositie van vertellingen (cf. raamvertellingen) of ook door inbedding of subordinatie: zgn. Chinese-box-structuur): de primaire verteller verhaalt dat een secundaire verteller verhaalt dat …; daardoor kan een verhaal een erg complexe structuur krijgen (zie communicatieniveaus (narratieve -)), met een vaak contrasterende of exemplarische werking (verg. ook mise-en-abyme).
Literatuur: K. Kanzog, ‘Rahmenerzählung’ in Reallexikon der deutschen Literaturgeschichte, 1968, pp. 321-343. P. de Wispelaere, ‘De Kapellekensbaan als raamvertelling’ in De Vlaamsche Gids, 1977, pp. 27-34. K.S. Gittes, Framing the “Canterbury Tales”. Chaucer and the medieval frame tradition, 1991. J.-P. Picot, ‘Silence de mort, parole de vie: du récit-cadre des Mille et Une Nuits’ in Littératures, 1991, pp. 13-27. M. Picone, ‘Les avatars du récit-cadre du Décameron’ in Revue des études italiennes, 1996, pp. 163-72.