Karelepiek

Aanduiding voor het verhalencomplex rond Karel de Grote. Deze teksten beantwoorden grotendeels aan de formele en inhoudelijke kenmerken van het chanson de geste. De Karelepiek wortelt dan ook in de oraliteit en de meeste teksten zijn aldus anoniem. De evolutie van dit epische subgenre laat zich dan ook veel moeilijker beschrijven, in tegenstelling tot de arthurepiek. Vanwege hun regionale herkomst en situering wordt in de oudere vakliteratuur ook de term Frankische roman gebruikt. De afzonderlijke teksten werden veelal ondergebracht in omvangrijke cycli (sien cyclus). De indeling die Bertrand de Bar-sur-Aube rond 1200 in zijn Girart de Vienne geeft, verdeelt de Karelepiek in drie grote cycli, waarbij inhoud en strekking de belangrijkste criteria zijn:

De eerste cyclus is de Geste du roi, waarin Karel de Grote zelf centraal staat (bv. Chanson de Roland, eind elfde eeuw). In deze cyclus verschijnt Karel als de sterke en machtige vorst die zijn rijk tegen (Saraceense) belagers verdedigt en zelfs weet uit te breiden.

De tweede cyclus is de Geste de Garin de Monglane (ook Geste de Guillaume d’Orange genoemd), met een hoofdrol voor de vazallen van Karel (bv. La Prise d’Orange, ca. 1150, en Le Charroi de Nîmes, twaalfde eeuw). Karel speelt hierin een soms weifelende en onzekere koning die enkel met de steun van zijn trouwe vazallen aan de macht kan blijven.

De derde cyclus is de Geste de Doon de Mayence, met een hoofdrol voor de opstandige vazal (bv. de Renaud de Montauban, ca. 1195). In deze cyclus, de jongste, wordt gereageerd op het opkomende sterke koningschap in Frankrijk. Het revolterende gedrag van de ontrouwe vazal (vaak een symphatieke held) is het gevolg van het kwalijke gedrag van de vorst.

Niet alle Karelepen zijn in een van deze cycli onder te brengen: een tekst als Garin le Loherain speelt veeleer in op lokale tradities. En hoewel de oorsprong evident Frans is, kent ook het Germaanse taalgebied een rijke traditie op het gebied van de Karelepiek.

Literatuur: M. de Riquer, Les chansons de geste françaises, 19683. K.-H. Bender, König und Vasall. Untersuchungen zur Chanson de geste des XII. Jahrhunderts, 1967. E. van den Berg & B. Besamusca, De epische wereld. Middelnederlandse Karelromans in wisselend perspectief, 1992. (DBNL 2003). F. Van Oostrom, Stemmen op schrift, 2006.