Leonijnse verzen

(Lat. versus leonini). Benaming voor hexameters en pentameters met twee rijmende vershelften (rijm, C, 3). In zuivere leonijnse verzen is er een tweelettergrepig rijm aan de cesuur en het verseinde (binnenrijm).

Bv.      Curia Romana non quaerit ovem sine lana.

            (De Roomse curie zoekt geen schaap zonder wol).

Nagenoeg onbestaande in de klassieke Latijnse poëzie, zijn deze verzen zeer geliefd in de hoge en late middeleeuwen (o.m. wegens hun mnemotechnisch nut). De naam versus leoninus werd in de twaalfde eeuw ingevoerd, waarschijnlijk als parallel van de cursus (leoninus)  in verzorgd proza. Ook in de niet-Latijnse poëzie komen verzen met cesuur-binnenrijm voor, o.m. bij Fischart en, in vrijere vorm, bij Tennyson (The Revenge) en Aragon.

Literatuur: C. Erdmann, ‘Leonitas’ in Corona quernea. Festgabe K. Strecker, 1941, pp. 15-28.