(Lat. libertinus = vrijgelaten slaaf). Term die slaat op een filosofische beweging, een menselijke houding en een literaire stroming die gekarakteriseerd worden door een vrijheid van geest en zeden. Algemeen is libertinisme een poging om zich te bevrijden van de sociale druk vanwege de godsdienst en de moraal. De term verschijnt voor het eerst begin zeventiende eeuw bij Théophile de Viau. Binnen de hogere bourgeoisie ontwikkelt zich daarna een erudiete vorm van libertinisme die door zijn scepticisme en materialisme een grote invloed zal uitoefenen op de filosofie van de verlichting in de achttiende eeuw. Ontdaan van zijn filosofische dimensie zal het libertinisme al vlug bij de aristocratie een vorm van mondain epicurisme worden.
In de literatuur van de eerste helft van de achttiende eeuw, vooral in de roman, wordt de ‘libertin’ als petit-maître een geliefkoosd personage (Crébillon fils, Duclos). Vanaf 1750 kan men van een echte literaire stroming spreken die zich afzet tegen het sentimentalisme. Ze culmineert in de romans van Laclos (Les liaisons dangereuses, 1782) en loopt uit in het werk van markies de Sade.
Literatuur: P. Nagy, Libertinage et révolution, 1975. R. Pintard, Le libertinage érudite, 19832. C. Cazenobe, Le système du libertinage de Crébillon à Laclos, 1991. Van Crugten-André, Le roman de libertinage 1782-1815, 1997.