Galante literatuur

 

 

(It. galante = sierlijk, hoffelijk). Oorspronkelijk werden hiermee kleinere genres zoals madrigaal, ode, sonnet en sonnet aangeduid die men in de late renaissance in aristocratische kringen (hof en salons) als tijdverdrijf beoefende. In de Franse salons slaat ‘un vers galant’ voornamelijk op een liefdesgedicht in een wufte en geestige toon, waarmee de dichter de gunsten van een dame poogt te winnen. Vandaar meer algemeen: mondaine liefdesverhalen, ook heroïsch-galante romans (romans précieux) genoemd. Bv. Mlle de Scudéry, Clélie (1654-1660). Zie ook préciosité.

Literatuur: H. Singer, Der galante Roman, 1961. C. Wiedemann (red.), Der Galante Stil 1680-1730, 1969. A. Genetiot, Les genres lyriques mondains (1630-1660), 1990.